Blog

#100DataChallenge: terugblik

Ruim 180 Vlaamse leerkrachten engageerden zich in het schooljaar 2024-2025 om hun leerlingen mee te nemen op tijd- en wereldreis. Ze namen zich voor om alle 100 verhalen uit ‘Een kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data’ voor te lezen aan hun klas. Nu de vakantie in zicht komt, blikken we terug op het avontuur met de resultaten van de afsluitende rondvraag. Mijn favoriete statistiek? 98,1% van de leerkrachten werkt volgend schooljaar opnieuw met het boek!

Wie waren ze eigenlijk – die 180 leesgrage leerkrachten die enthousiast reageerden op de #100DataChallenge? En hoeveel van de 100 verhalen die pittig verslag uitbrengen van een belangrijke persoon, plaats, gebeurtenis (…) uit het verleden, lazen ze het afgelopen schooljaar daadwerkelijk voor? De statistieken van de slotenquête liegen er niet om. Lees mee en ontdek de ‘lessons learned’.

Inzicht 1: Zesde leerjaar boven

Ongeveer de helft van de deelnemende leerkrachten (49,1%) gaf les in het zesde leerjaar. Ook heel wat (35,8%) leerkrachten van het vijfde leerjaar – waar de tijdlijn op het programma staat – schreven zich in. Leerkrachten middelbaar onderwijs (11,3%) waren minder sterk vertegenwoordigd (ze hebben natuurlijk slechts een beperkt aantal contacturen met elk van hun klassen), net als de leerkrachten van een graadklas basisonderwijs (maar die zijn in Vlaanderen gewoon minder talrijk).

Waarom het boek zo goed past bij de leefwereld van leerlingen zesde leerjaar? Juf Heidi van Gibo Mariaburg in Brasschaat verwoordt het als volgt: “Het voorleesmoment is ontspanning voor de leerlingen, ze hoeven er geen toets over te maken. Maar

later zal deze leerstof terugkomen in de middelbare schooljaren. En dan is het fijn dat de leerlingen al van bepaalde namen hebben gehoord.”

Inzicht 2: Wekelijks is al mooi

De doelstelling van de #100DataChallenge was duidelijk: in de loop van het schooljaar de héle Kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data voorlezen. Elk verhaal vraagt ongeveer vijf minuten voorleestijd. Hoe leerkrachten de tijdreis aanpakten, kozen ze zelf. 28,3% probeerde om elke dag één verhaal met de klas te lezen – een ambitieuze doelstelling, maar ook een die houvast gaf. Juf Mel signaleerde een bijkomend voordeel:

“Ik lees het verhaal van de dag altijd kort voor de laatste bel. Zo zit het nog vers in het geheugen als de leerlingen thuiskomen. Regelmatig krijg ik als feedback van de ouders dat zij ook elke avond iets bijleren.”

34% maakte op wekelijkse basis een half uurtje voorleestijd. De overige leerkrachten lazen voor op losse momenten. De reden daarvoor zal geen verrassing zijn: 56,6% van de leerkrachten vond het een uitdaging om tijd te vinden voor dat momentje leesplezier. Maar er is hoop: volgens 20,8% van de deelnemende leerkrachten verliep de challenge vlekkeloos en vlot.

Juf Ingrid en juf Cindy van HVM De Cirkel in Berlaar

Inzicht 3: Stevige injectie algemene kennis

Mijn motivatie (als schrijver) om de #100DataChallenge op te starten, was simpel: leesplezier.

Er is niks mooiers – in mijn bescheiden mening 🙂 – dan te merken hoe een verhaal aan een kind blijft plakken. Hoe een snedige zin, een onverwacht detail of een bijzonder personage plots een lichtje doet branden in jonge ogen.

Ik ben dus heel blij dat 45,3% van de leerkrachten aangeeft dat de #100DataChallenge zorgde voor meer leesplezier in hun klas. Juf Ingrid en juf Cindy van De Cirkel in Berlaar vertelden in een interview met de krant Het Nieuwsblad/Gazet Van Antwerpen dat er ook meer verbinding ontstond binnen de klas en met de leerkracht door te praten over de verhalen uit ‘Een kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data’. 30,2% van de deelnemende leerkrachten zijn het daar volmondig mee eens. Maar de grootste troef van het boek blijkt toch een inhoudelijke. Maar liefst 90,2% van de leerkrachten is ervan overtuigd dat de #100DataChallenge hun klas meer algemene kennis gaf. (Voor de kritische lezer: de som van de percenten is groter dan 100 omdat leerkrachten meer dan één voordeel konden rapporteren.)

Inzicht 4: Back to basics, echt

Ik schreef het vorig jaar in de oproep voor de challenge: “Deze uitdaging is een speelse tijdreis. Je vertrekt in september bij het jaar min 4,6 miljard (het ontstaan van de aarde) en je arriveert in juni bij 2018 (Greta Thunberg spreekt op de klimaattop). Onderweg ontdekken je leerlingen nog 98 historische mijlpalen én beseffen ze (hopelijk) dat lezen gewoon leuk is. Deze challenge is er eentje zonder eindtoets, zonder saaie invulblaadjes en zonder huiswerk. (…)

We gaan uitdrukkelijk ‘back to basics’. We werken aan leesplezier bij leerlingen van 10 tot 14 jaar. We vertrouwen op de kracht van verhalen en de magie van voorlezen.

Het educatieve materiaal en de extra tips die we in de loop van de challenge delen? Die zijn fijn, maar tegelijk ook franje. Als je in de loop van het schooljaar ‘gewoon’ de 100 verhalen voorleest? Dan ben je al geweldig goed bezig.”

Jullie antwoorden in de slotenquête bewezen dat mijn intuïtie juist zat. De tijdlijn uit het boek? Die prikten jullie enthousiast (81,1%) aan de muur. Met de afvinkkaarten – toch echt een speelse extra, ik ben zelf fan! – ging nog 39,6% aan de slag. Maar de tekening van Nebukadnezar (18,9%), de geografische kaarten (13,2%) en het lespakket rond sterke vrouwen (11,3%) werd minder vaak gebruikt. Ik zie er een les in voor mezelf en voor collega’s jeugdauteur: laat schrijvers maar schrijven – leerkrachten weten zelf wel hoe ze boeken inzetten in hun klas.

Inzicht 5: Elk verhaal telt

Oké, maar hoeveel leerkrachten haalden de eindmeet? Hoeveel deelnemende klassen maakten de hele tijdreis en lazen alle 100 verhalen? Haha, ik begrijp – en deel – jullie nieuwsgierigheid. Daarom nam ik de vraag ook op in de slotenquête. Maar toch wil ik de resultaten graag relativeren. Bij de ‘vrije opmerkingen’ kreeg ik heel wat berichtjes van leerkrachten die zich schuldig voelden. Omdat de challenge in hun klas in het eerste trimester erg goed liep, maar na de kerstvakantie wat op de achtergrond raakte… Of omdat ze dit schooljaar net voor een taalzwakke klas stonden en dus andere prioriteiten hadden… Als ik dat las, dan dacht ik: “Wat?! Schuldgevoel omdat je een vrijwillig engagement aanging, maar even botste met de dagelijkse realiteit? Dat is werkelijk nergens voor nodig. Beter goed geprobeerd dan nooit begonnen…”

Bij deze dus, van harte bedankt, aan de 3,8% leerkrachten die minder dan 10 verhalen lazen en de 22,6% die er 10 tot 25 haalden.

Elk verhaal dat je met plezier hebt gepresenteerd aan je leerlingen was een kans om een vonkje voor boeken te doen overspringen. Elk lepeltje leesplezier is er een.

Dikke proficiat ook aan de 24,5% leerkrachten die 26 tot 50 verhalen voorlazen. Dat klaarspelen, bovenop alle verwachtingen die het onderwijs toch al aan jullie stelt? Dat is fantastisch – jullie zijn echte lees- en geschiedenisambassadeurs.

Superblij ben ik bovendien met de vaststelling dat de helft van de deelnemende leerkrachten (49,1%) erin slaagde om meer dan de helft van het boek voor te lezen. Reken maar mee: 18,9% las 50 tot 75 verhalen en 30,2% werkte zelfs 76 tot 100 verhalen af. Petje af. En hartelijk bedankt!

Inzicht 6: De geschiedenis gaat verder

De laatste vraag vond ik een belangrijke: “Ben je van plan om volgend schooljaar opnieuw te werken met ‘Een kleine wereldgeschiedenis’ in de klas?” Maar liefst 98,1% van de deelnemende leerkrachten zei ja! 58,5% gaat opnieuw de challenge aan en zal een dagelijks of wekelijks voorleesmoment zoeken. De anderen doen het voortaan op hun manier of maken een selectie van verhalen om mee te werken. Hoe dan ook lijkt de schoolcarrière van mijn boek nog niet voorbij!

PS: Ben jij een leerkracht die wil werken met ‘Een kleine wereldgeschiedenis in 100 grote data’?

Kijk dan zeker onder ‘In de klas’ en ‘Blog’ op deze website; vraag je lidmaatschap aan voor de Facebookgroep ‘Een kleine wereldgeschiedenis in de klas’ of stuur me een mailtje (hello at barbarademunnynck punt be) om op de mailing list te komen.

PPS: Schrijver op bezoek in de klas? Je kan me hier boeken (via auteurslezingen.be)